Terugblik 4 mei 2023

De toespraak van burgemeester Mulder in de Grote Kerk van Goes, 4 mei 2023 en de foto’s van de afgelopen 4 mei herdenking vindt u hieronder.

Meer informatie over herdenken in Nederland leest u op: https://www.4en5mei.nl/(link is extern)

Toespraak burgemeester Margo Mulder

4 mei-lezing 2023: burgemeester Margo Mulder, Goes
Over Leven met oorlog: nieuwsgierigheid naar de ander

Beste mensen, welkom in de Maria Magdalena Kerk op deze 4 mei, de dag waarop we alle Nederlandse burgers en militairen herdenken die zijn omgekomen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. In oorlogssituaties en bij vredesmissies. Het is nu 78 jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog in Nederland ten einde kwam. Een vreselijke oorlog, die miljoenen mensen het leven kostte, en Nederland blijvend veranderde. Ieder jaar weer stellen wij onszelf de vraag: moeten we blijven herdenken? En ieder jaar weer is het antwoord daarop volmondig ja. We herdenken onze gevallenen, al die mensen die de hoogste prijs voor vrede hebben betaald, namelijk de dood…  Zij blijven voor altijd in ons geheugen voortleven. En we herdenken om niet te vergeten en ook hen niet te vergeten.  Opdat we leren van ons verleden en ons blijven inzetten voor wat nodig is om in vrede te leven.
Nederland werd in 1945 na vijf zware jaren bevrijd. Sindsdien leven wij in vrede en in vrijheid. Hoe anders is de situatie in tientallen andere landen, zoals Syrië, Sudan, Ethiopië, Jemen, Afghanistan en Nigeria, en natuurlijk Oekraïne. Vrede lijkt daar iets uit een ver verleden. En een einde aan de dagelijkse verschrikkingen daar is nog lang niet in zicht. De verhalen die ons bereiken uit die oorlogsgebieden, drukken ons met de neus op de feiten. Wat weten wij van martelingen? Of van leven in een tentenkamp? Van extreme honger? Hoe voelt het om je dorp, stad of land te moeten verlaten, zonder te weten of je ooit nog terug kunt?  Hoe houd je dat vol? De meesten van ons kunnen zich niet voorstellen hoe het is om je elke dag weer onveilig en bang te voelen. Gelukkig maar.

Ook zijn er vanavond vluchtelingen uit Oekraïne aanwezig. Wij vingen hen op, nadat de Russen vorig jaar hun land hadden bezet, met een agressie die we in Europa al jaren niet meer gezien hadden, en waarvan we hadden gedacht dat die tot het verleden behoorde. Vandaag, ruim een jaar na de invasie, moeten we verdrietig constateren dat er hele regio’s in Oekraïne in puin liggen, dat er veel doden zijn te betreuren en dat de vluchtelingen voorlopig niet terug kunnen naar huis, omdat het nog niet veilig is.

De Oekraïense vluchtelingen proberen in een vreemd land, in een vreemde stad het beste ervan te maken. Ook hier bij ons in Goes. Ik heb veel bewondering voor hun kracht en doorzettingsvermogen. En ik ben trots op de vele inwoners van onze gemeente , die hen met open armen ontvingen en hen veiligheid, rust en geborgenheid boden en nog bieden. En die niet alleen hun huis, maar ook hun hart openstelden.
Het thema waar we deze herdenking speciaal aandacht aan besteden is: nieuwsgierigheid naar de ander. Een belangrijk thema, want oorlog is nooit ver weg. Of we nu kijken naar Oekraïne, of naar de oorlogservaringen die van generatie op generatie worden overgedragen. Van veteranen die dienden in landen als Bosnië of Afghanistan. Of van onze oudere inwoners die de Tweede Wereldoorlog meemaakten. We hoeven maar even om ons heen te kijken en we zien mensen die oorlog hebben gekend. Welk effect heeft die oorlog op hen gehad? En op de mensen om hen heen? En hoe kunnen we ze helpen om nare oorlogservaringen te verwerken?

Het is belangrijk om in het onderwijs aandacht blijven besteden aan deze donkere periode uit de Nederlandse geschiedenis, en de opmaat ernaartoe. En ook daarom moeten we er films over blijven maken en uitzenden, of dat nu gaat om Schindler’s List of De Slag om de Schelde. Maar vooral moeten we luisteren naar de laatste ooggetuigen. In veel families werd immers niet gepraat over de oorlog. “Ik ken de oorlog van horen zwijgen,” zo schreef Mieke Eerkens, die op zoek ging naar het verleden van haar vader in Nederlands-Indië en daar een indrukwekkend boek over schreef. 

Wellicht kent u ook het boek van Chris Faassen, een inwoner van Goes. Hij schreef over onze Bevelandse jongens, die totaal onvoorbereid een oorlog in werden gestuurd. Overlevenden wilden of konden vaak niet praten over wat ze hadden meegemaakt. Of ze wilden hun dierbaren het leed besparen. Dat geldt ook zeker voor mensen die de concentratiekampen hadden overleefd, of de ontberingen van de jappenkampen. Zwijgen werd in veel families een vorm van overleven. Maar in die stilte was de Tweede Wereldoorlog toch dagelijks aanwezig. Dat geldt ook voor gezinnen van wie de ouders in de oorlog de kant van de bezetter hadden gekozen: de schaamte was altijd voelbaar, en de kinderen namen die schaamte over. 
Praten over wat je hebt meegemaakt, maakt kwetsbaar. Want stel je voor dat mensen het niet begrijpen. Of je veroordelen voor de keuzes die je toen maakte, terwijl je hongerig was en bang. Maar het mooie is dat het delen van verhalen juist leidt tot begrip en respect. En dat de jongste generatie openstaat voor die verhalen. Dat merken we, als gemeentebestuur, deze weken zelf ook wanneer we de basisscholen bezoeken. Zij wíllen heel vaak juist horen wat hun opa’s en oma’s hebben meegemaakt. Zij vragen zich af: heeft opa ook hongergeleden in de hongerwinter? Had oma ook joodse vriendinnetjes die na de oorlog niet meer terugkeerden? 
En als verteld wordt dat je ternauwernood een bombardement hebt overleefd, zal iedereen begrijpen waarom je altijd weer schrikt van het luchtalarm op de eerste maandag van de maand. 

En laten we onze veteranen die terugkeerden van een vredesmissie niet vergeten. Ook zij hebben ervaringen en verhalen, die wij alleen kunnen begrijpen als we openstaan om zonder oordeel naar ze te luisteren. 

Ook in Goes zijn er vele verhalen te vertellen. Vandaag wil ik u meenemen in het verhaal van verzetsheld Nicolaas Corstanje.
Velen van u kennen zijn naam, omdat ze de verzetsliedenwijk kennen. Maar wie was hij?

Nico Corstanje werd op 10 februari 1919 geboren in Goes. Hij was de oudste zoon van timmerman-aannemer Cornelis Abraham Corstanje en Maria Johanna Sinke. De timmerwerkplaats stond in de Lange Vorststraat, en daarboven woonde het gezin van vader, moeder en acht kinderen. Op oude foto’s zien we moeder Maria in Zeeuwse klederdracht. En uit archiefstukken weten we dat het een hecht, godsdienstig gezin was. 
Kort voor de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moest Nico in dienst. Hij diende bij de marine, waar hij werd opgeleid tot vliegenier. In de meidagen van 1940 nam hij deel aan de strijd als marine vlieger. Na de Nederlandse capitulatie keerde hij terug naar Goes, waar hij betrokken raakte bij het verzet. Zijn leven kwam daardoor dusdanig in gevaar dat hij moest onderduiken in de Achterhoek. Maar ook daar ging hij verder in de ondergrondse. Toen Nico op 27 oktober 1944 in Den Haag was, werd hij bij toeval door de Duitsers ontdekt en gearresteerd. Een dag later, op dezelfde dag dat Goes werd bevrijd, werd hij gefusilleerd op de Waalsdorper Vlakte. Hij werd slechts 25 jaar. Als extra straf begroeven de Duitsers hem in een anoniem graf. Dankzij DNA-onderzoek kon hij in 2013 worden geïdentificeerd. Daarna kreeg hij een eervol graf op het Ereveld in Loenen. 

Vader Corstanje heeft nooit kunnen praten over zijn zoon Nico of hoe die aan zijn einde kwam. Toen in 1947 werd begonnen met de bouw van de verzetsheldenwijk in Goes-Oost, gaf zijn vader geen toestemming om een straat naar zijn zoon te vernoemen. Hij vond dat Nico gewoon zijn plicht had gedaan Nicolaas Corstanje dreigde daarmee in de vergetelheid te raken. Maar in 2019 veranderde dat. Toen de sloopplannen van de verzetsliedenwijk bekend werden, zond de Heemkundige Kring De Bevelanden een verzoek aan de gemeente om alsnog een straat te vernoemen naar de jonge verzetsheld. zijn jongste zus Jacomien gaf wél toestemming. Daarom kennen we nu de Nicolaas Corstanjestraat. En nu kent u zijn verhaal.

Laten we verhalen als die van Nico Corstanje blijven doorvertellen. En laten we blijven luisteren naar elkaar. In tijden van polarisatie is het gemakkelijk om in je eigen gelijk te blijven hangen, ieder in zijn eigen loopgraaf. Stikstof, Zwarte Piet, coronavaccins… we maken er ruzie over en keren de ander onze rug toe. Maar worden we daar gelukkig van? Laten we ons richten op wat ons bindt. We lijken uiteindelijk meer op elkaar dan we denken. 
Ik sluit af met een citaat van Anne Frank: “Wij leven allen met het doel gelukkig te worden, wij leven allen verschillend en toch gelijk.” 

Dankuwel.