Planschade

Planschade is het onverwachte financiële nadelige verschil tussen de nieuwe en oude regels over hoe een ruimte ingericht mag worden. Deze regels en hoe een ruimte ingericht mag worden, wordt een planologisch regime genoemd.

Formulier tegemoetkoming planschade

Start melding

Planschade kunt u krijgen door een herziening van een bestemmingsplan of een ontheffing van een bestemmingsplan. De planologische situatie in uw omgeving kan hierdoor zodanig veranderen dat u hierdoor benadeeld wordt. Zo kan bijvoorbeeld de waarde van uw woning of bouwwerk verminderen. In artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening (zie www.wetten.overheid.nl voor de volledige wettekst) is bepaald dat degene die, in de vorm van een inkomensverlies of een vermindering van de waarde van een onroerende zaak, schade lijdt een tegemoetkoming in die schade ontvangen. Voor deze schade, die het gevolg is van een bepaalde procedure op grond van de Wet ruimtelijke ordening, kunt u bij het college van burgemeester en wethouders een schadeclaim indienen. De schadeclaim moet volgens de wet gemotiveerd worden en het gevraagde bedrag onderbouwd.

Het indienen van een aanvraag voor planschadevergoeding kost € 300,--. Dit bedrag wordt teruggestort als een bedrag aan planschade wordt gegeven. Daarnaast kan er tot vijf jaar na de planologische wijziging of het schadeveroorzakende besluit een aanvraag ingediend worden. Een verzoek om planschade kan pas worden ingediend nadat het bestemmingsplan of vrijstellingsbesluit onherroepelijk is. Onherroepelijk wil zeggen dat er geen mogelijkheid meer bestaat om bezwaar of beroep bij de rechtbank of de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in te stellen.

Juridische achtergrond

De juridische grondslag voor planschade is artikel 6.1. van de Wet ruimtelijke ordening. Onderscheid wordt gemaakt tussen directe planschade en indirecte planschade. Het oude recht blijft van toepassing op een verzoek om planschadevergoeding dat wordt ingediend binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet (1 januari 2024).
 

Indirecte planschade

Indirecte planschade gaat over schade die een eigenaar van een perceel heeft doordat een bestemmingsplan ongunstige waarde drukkende ontwikkelingen in de naaste omgeving mogelijk maakt. Een voorbeeld is een naastgelegen perceel met voorheen openbaar groen zonder bebouwingsmogelijkheden die in het nieuwe bestemmingsplan een woonbestemming met bebouwingsmogelijkheden heeft gekregen.
 

Directe planschade

Directe planschade gaat over schade die een eigenaar heeft doordat de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden op zijn eigen perceel worden beperkt. Een voorbeeld is een perceel met voorheen een gemengde bestemming woon/winkel die onder het nieuwe bestemmingsplan uitsluitend een woonbestemming heeft gekregen.

Wanneer wel en wanneer niet

In de praktijk bestaan er nogal wat misverstanden over de toepassing en de achtergrond van planschade. Stel dat een bestemmingsplan de mogelijkheid biedt een supermarkt op het weiland tegenover uw woning te realiseren. Het vrije uitzicht en de landelijke ligging verdwijnen. U vindt dat u door de nieuwbouwplannen recht heeft op planschadevergoeding.

Maar zo werkt de planschaderegeling niet. Volgens artikel 6.1 Wro heeft u recht op planschade als schade ontstaat als gevolg van de nadelige wijziging in het planologische regime: de maximaal toelaatbare bouw- en gebruiksmogelijkheden van de percelen. Om te meten of de wijziging de gebruiksmogelijkheden van gronden in negatieve zin wijzigt, wordt een vergelijking gemaakt tussen het ‘oude’ en het ‘nieuwe’ planologische regime. Daarbij gaat het niet om de feitelijke situatie, maar om wat planologisch maximaal gerealiseerd kon worden. Het is dus pas duidelijk of er recht is op planschade wanneer de ‘oude’ en ‘nieuwe’ planologische situatie naast elkaar worden gelegd.

In het voorbeeld wordt in de nieuwe situatie een supermarkt op een weiland gerealiseerd. Stel dat het oude bestemmingsplan “agrarisch gebied” en zodoende geen enkele bouwmogelijkheid aangaf, dan is sprake van een nadelige wijziging en is er mogelijk recht op schadevergoeding. Maar gaf het oude bestemmingsplan bijvoorbeeld de bestemming “detailhandel” aan dan is er, naar verwachting, géén sprake van een nadelige wijziging. Ondanks dat de woonomgeving erop achteruit gaat. En dat is de essentie van het instrument planschade: niet de feitelijke situatie, maar de planologische situatie is van belang.

Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade

Het Bro verplicht gemeenten tot het vaststellen van een document waarin regels worden gegeven over de aanwijzing van een adviseur en de wijze waarop deze tot een advies komt. 

Om aan deze verplichting te voldoen is het document ‘Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade’ opgesteld.