Column: Samenwerken aan asielopvang in Zeeland

De Zeeuwse gemeenten werken samen aan asielopvang in Zeeland. Gemeentesecretaris/algemeen directeur H.E. Schild licht in onderstaande column de gezamenlijke aanpak toe. 

Het eilanddenken doorbroken; samenwerken aan asielopvang in Zeeland

In de zomer van 2020 zond de Commissaris van de Koning een brief naar de Zeeuwse colleges van B&W. Daarin nodigt hij hen uit een bijdrage te leveren aan de toekomstige opvang van asielzoekers in Zeeland. En daarbij een relatie te leggen met andere opgaven op het gebied van huisvesting en integratie. De provinciale regietafel heeft vervolgens de uitdaging opgepakt om tot voldoende opvangplaatsen in Zeeland te komen.  

In het verleden was de opvang van asielzoekers vaak een lastige zoektocht in Zeeland, voornamelijk uitgevoerd door de individuele gemeenten met wisselende uitkomsten. Gebrek aan draagvlak en oud zeer over processen van het COA in het verleden zorgden er voor dat Zeeland achterbleef bij het realiseren van de taakstelling op het gebied van asielopvang. Een algemeen gevoel dat bij de start van dit nieuwe traject naar voren kwam is dat deze processen in het verleden bij de betrokken partijen tot de nodige frustratie heeft geleid. Daarom is besloten het nu gezamenlijk aan te pakken.

Gezamenlijke aanpak

Het dossier Asielopvang kent vele opgaven voor gemeenten, variërend van nieuwe locaties voor tijdelijke en permanente opvanglocaties voor asielzoekers, taakstelling voor de huisvesting van statushouders tot inburgering en schoolvervoer. Maar bij een goede organisatie en begeleiding van statushouders naar hun nieuwe woonplaatsen biedt het dossier ook zeker kansen. Kansen voor de arbeidsmarkt, kansen voor nieuwe woonconcepten, kansen om op een goede wijze invulling te geven aan de maatschappelijke opgaven waar wij als gemeenten voor staan. Kansen die Zeeland verder kunnen helpen. Om in Zeeland de opgaven het hoofd te bieden en kansen optimaal te benutten, dienen de Zeeuwse gemeenten gezamenlijk op te trekken in dit dossier. Daarom heeft de regietafel het Overleg Zeeuwse Overheden (OZO) de opdracht gegeven een concreet plan op te stellen voor een gezamenlijke aanpak. Het OZO is een samenwerkingsverband waarin alle Zeeuwse overheden zijn vertegenwoordigd. Het dossier is geagendeerd in het themaoverleg Wonen en voorzieningen. Mijlpaal was dat alle bestuurders zich in dit overleg unaniem uitspraken voor een gezamenlijke Zeeuwse aanpak. Daarmee was er direct (bestuurlijk) draagvlak. De aanpak is vervolgens voorbereid door een ambtelijke werkgroep onder leiding van de gemeentesecretaris van Goes die is aangewezen als adoptiesecretaris voor het dossier.

Er is een plan van aanpak opgesteld om tot een Zeeuws aanbod te komen. De kern van dit plan van aanpak bestaat uit een aantal uitgangspunten. Belangrijkste uitgangspunt is dat elke gemeente bijdraagt aan dit dossier, passend bij haar mogelijkheden. Om voldoende draagvlak te houden hebben wij ingezet op oplossingen die passen bij de schaal en ruimtelijke opzet van Zeeland. De eilandenstructuur en omvang van de kernen zorgt er voor dat kleinschaligere oplossingen gewenst zijn. Bij de aanpak is in de werkgroep daarom gekozen voor een subregionale benadering. Zeeland is voor het Rijk één regio als het gaat om asielopvang. Binnen Zeeland zelf worden echter drie subregio’s onderscheiden (de eilandenstructuur). Zeeuws-Vlaanderen, Walcheren en de Oosterschelderegio. Niet helemaal toevallig heeft de aanpak er dan ook toe geleid dat Terneuzen, Middelburg en Goes (steden binnen deze subregio’s) hebben aangegeven een duurzame opvanglocatie voor asielzoekers te willen huisvesten. Deze locaties zullen in het totaal een capaciteit bieden van 630 – 780 opvangplekken. Aanzienlijk hoger dan de taakstelling van 470 plaatsen. De overige gemeenten zullen bijdragen door middel van een regiodeal. Dat betekent dat zij geen opvangplekken realiseren maar op een andere manier bijdragen aan de opgave. Dat kan door de opvang van extra statushouders zijn, een financiële bijdrage, maar het kan ook op een andere creatieve manier worden ingevuld. Aan de verschillende regiodeals wordt momenteel gewerkt. Door de actuele vraag van het COA naar noodopvang, tijdelijke opvang en oplossingen om de doorstroom van statushouders te stimuleren wordt ingezet op het realiseren van een tussenvoorziening in elke subregio en de opvang van extra statushouders. Zo kan lokaal maatwerk worden geleverd.

Om het (politieke) draagvlak te vergroten worden ook huisvestingscombinaties met studenten, spoedzoekers en met name starters op de woningmarkt gezocht. De Zeeuwse arbeidsmarkt kent bovendien een relatief groot aandeel van seizoensgebonden arbeid (onder meer recreatie en landbouw). Dit heeft tot gevolg dat een deel van deze arbeid op flexibele basis wordt uitgevoerd door arbeidsmigranten. Zeker op het vlak van huisvesting zijn de behoeften van de arbeidsmigranten vergelijkbaar met die van een deel van de statushouders. Daarnaast liggen er kansen voor Zeeland om bij toekomstige huisvesting van statushouders actief de verbinding te leggen met andere aandachtsgebieden zoals arbeidsmarkt en integratie. Een juiste match van de potentiële statushouders en de vraag op de Zeeuwse arbeidsmarkt is dan ook een belangrijk uitgangspunt waarover wij met COA concrete afspraken willen maken.

Heldere en eenduidige communicatie

Om de aanpak tot een succes te maken was het heel belangrijk goed te communiceren met alle betrokken stakeholders. Duidelijke en transparante communicatie is cruciaal om draagvlak te krijgen voor de gewenste maar (politiek) gevoelige ontwikkelingen. Om de discussie over het wel of niet beschikbaar hebben van locaties van tafel te krijgen is een kaart van Zeeland opgesteld met potentiele locaties op basis van de randvoorwaarden van het COA. Door deze locaties inzichtelijk te maken op een kaart kan gerichter gezocht worden naar kansrijke locaties. Vervolgens is ingezet op een uniforme communicatie zodat elke gemeente op hetzelfde (juiste) informatieniveau gebracht kon worden. In overleg met het COA is een infographic opgesteld die het vraagstuk en de mogelijke oplossingen in Zeeland in één oogopslag in beeld bracht. Om de gemeenteraden in Corona tijd toch actief van de juiste informatie te kunnen voorzien heeft de werkgroep een YouTube-film gemaakt. Daarin gaven de bestuurlijk voorzitter van het Themaoverleg, de ambtelijk projectleider en de regiodirecteur van het COA uitleg over de opgave waar Zeeland voor staat. Vervolgens is per regio (digitaal) een bijeenkomst georganiseerd om de verschillende gemeenteraden en bestuurders te de mogelijkheid te bieden om vragen te stellen. Het plan van aanpak is vervolgens toegezonden en behandeld in alle colleges en gemeenteraden. Daarbij is het plan van aanpak nader toegelicht door de projectleider tijdens de behandelingen in de verschillende gemeenteraden.

Draagvlak

De aanpak heeft geleid tot een Zeeuwsbreed draagvlak voor een lastig dossier. Waar in het verleden het eiland denken vaak een belemmering was voor een gezamenlijke aanpak in Zeeland is de huidige aanpak een trendbreuk, die lijkt te leiden tot betere samenwerking op dit en aanverwante dossiers. Doordat bestuurlijk bij de start van het proces is afgesproken dat elke gemeente een bijdrage zal leveren, wordt van elke gemeente een inspanning verwacht. Bestuurders hebben elkaar gevonden in een gezamenlijk doel, willen allemaal een bijdrage leveren en worden erop aangesproken als ze niet over de brug komen. Natuurlijk blijft het soms lastig omdat bestuurders een eigen lokale afweging moeten maken en een eigen bestuurlijke en politieke achterban hebben. Door een gezamenlijke aanpak en planning af te spreken maar ook omdat inzichtelijk is welke bijdrage andere gemeenten leveren ontstaat een breder draagvlak en zijn politieke besluiten beter uit te leggen. Ambtelijk geeft de nieuwe samenwerking energie, doordat oude patronen worden doorbroken. De goede samenwerking beperkt zich overigens niet alleen tot gemeenten. Ook de provincie en COA zijn structureel aangehaakt. En vanwege de noodoproep van Rijk en COA om – gelet op de actuele omstandigheden in de wereld – extra opvangplaatsen te leveren, zijn ook het Ministerie en het Rijksvastgoedbedrijf vertegenwoordigd. Hierdoor zijn de lijntjes kort en kan snel geschakeld worden.

De Zeeuwse aanpak valt op. Rijk en COA geven terug dat Zeeland vooroploopt met het aanbod en de wijze waarop dat tot stand komt. Ook wordt er vanuit andere provincies geïnformeerd naar onze aanpak. Dat geeft energie om de Zeeuwse aanpak verder uit te breiden bij het oppakken van gezamenlijke opgaven waar Zeeland voor staat. Samen staan we sterker!

Mr. H.E. Schild, gemeentesecretaris/algemeen directeur gemeente Goes